 |
Yellow de kip in het konijnenhok. |
Dieren die vliegen. Ik moet er niets van hebben. Of eigenlijk moet ik het anders zeggen. Ze hoeven niet eens te vliegen. Het feit dat ze vleugels hebben is al genoeg. Dat ze in potentie, mocht het heel gek lopen, zouden kunnen opstijgen. Het idee alleen al jaagt me de stuipen op het lijf. Een lieveheersbeestje gaat nog net, maar daar houdt het dan ook meteen op. Insecten, maar ook eenden, vogels en kippen.. brrrr....
Waar het vandaan komt? Ik had op de basisschool een vriendje waarvan de ouders een fazantenfokkerij runden. Een fantastische plek op te spelen, met niet alleen fazanten (en kuikentjes!) maar ook pony's, honden, een poes en lot's of ruimte. Op een dag speelden we verstoppertje en ik weet niet precies hoe het kwam, maar ik belandde in een hok met ontelbaar veel fazanten. De deur zat dicht, die beesten schrokken van mij, ik van hen, ze flapperden om me heen, maakten een oorverdovend kabaal en ik freakte totaal de pan uit. Sindsdien ben ik op z'n zachtst gezegd niet dol op deze gevleugelde vrienden. En eigenlijk dus op niets met vleugels. Gelukkig heb ik daar normaliter niet echt last van. Het is nou niet zo dat ik me dagelijks een weg door de meeuwen moet banen ofzo. Al was het laatst een tijdje mis toen onze bovenbuurvrouw (een expat of course) het een heel goed idee vond om de meeuwen te voeren. Ze begreep niet dat ze dan met steeds meer soortgenoten terug zouden komen en uiteindelijk de hele buurt over zouden nemen. Maar ze was wel zo vriendelijk om direct van me aan te nemen dat het echt een slecht plan was. Of ze zag de licht hysterische blik in mijn ogen en besloot de discussie niet aan te gaan. Dat kan ook.
Anyway, zoals dat gaat met alles waar je bang voor bent moet je op een dag de confrontatie aan. Dat gebeurde bij mij vandaag. Ik schat zo'n 30 jaar na het fazanten-incident. Ik was met onze dierenvriend Alexander bij de kinderboerderij. Hij wilde konijntjes aaien. Ik niet, want er zat een kip in het hok. Ik besloot dat hij geen slachtoffer van mijn pathetische fobietje mocht worden dus deed dapper het deurtje open en stapte naar binnen. De kip liep een stukje bij ons vandaan. Mooi zo. Lex aaide het konijntje. Heel lang. Echt héél lang. Met die kip die daar een beetje argeloos op de achtergrond scharrelde leek het een eeuwigheid te duren. Toen hij eindelijk klaar was, klapte ik opgelucht het poortje open en snelde naar buiten. Samen met Lex en.... ohhhh.... je raadt het al... die K** kip. My god echt, ik verlies dat ding 1 seconde uit het oog en ja hoor, daar gaat 'ie.
Ik overwoog te doen alsof ik het niet door had, maar besloot dat dat echt niet kon. Oké, niet waar. Ik had net besloten dat ik zou doen alsof, maar er begon een moeder zo hysterisch te gillen dat Yellow ontsnapt was dat ik er niet om heen kon en wel in actie móést komen. Maar eerst: waarom heet dat beest Yellow? Hij was zwart met bruin. En nog interessanter: waarom wist dat mens hoe die kip heet? Dan ben je wel echte kinderboerderij incrowd. Ik moest dus iets doen nu. Misschien was zij wel de beste vriendin van de kinderboerderij-mevrouw en zou ons forever de toegang ontzegd worden als ik de kip weg liet komen. Dat kon ik Lex niet aandoen. "Snel!" riep de moeder "Ik doe de deur dicht! Dan kun jij hem vangen!". Haar wangen werden rood van opwinding. "Eh... zal ik de deur anders dicht doen?" probeerde ik voorzichtig. Haar blik verraadde een mengeling van ongeloof en woede. "Wíj hebben Yellow niet laten ontsnappen" beet ze me toe terwijl ze van haar eigen borst naar het kleine kopietje dat naast haar stond wees. Het meisje keek al net zo venijnig als haar moeder. Waarom noemde ze dat beest toch steeds bij zijn naam? Ze sprak het uit alsof het heel cool was dat je alle namen van alle dieren op de kinderboerderij wist. Treurig echt. Maar goed, ik moest die kip dus gaan vangen. Niet te geloven dit.
De deur zat inmiddels dicht en het beest stond er voor. Ik deed voorzichtig wat stapjes naar hem toe. Hij liep richting het boze mens. "Ja snel, jij kunt hem pakken nu!". Ik
fakete een zo enthousiast mogelijke toon. Weer wierp ze me de blik toe. En haar kopietje ook. "Mammie, ga jij hem pakken? Goed zoooo!" Lex had door dat dit zonder een knap staaltje
mental coaching niets ging worden. Wat schattig. Ik zette nog een paar stappen totdat ik op zo'n 10 centimeter van de kip stond. Ik strekte mijn armen uit, wendde mijn hoofd af en.... ieeuuuwwww die veertjes in mijn handen, het gespartel, ik dacht dat ik gek werd. "Mammie! Je hebt hem!" Lex joelde alsof we zojuist wereldkampioen waren geworden. "Mag ik het kippetje aaien?"
Hell no, dacht ik meteen. Ben je helemaal gek geworden? "Hij heet Yellow hoor" snauwde het kopietje mijn kleine Lex toe. Ik keek naar zijn lieve oogjes, zijn uitgestoken handje en naar het beest in mijn armen. Hij spartelde niet meer, maar zat gewoon rustig een beetje rond te kijken. Bij nader inzien was hij eigenlijk helemaal niet meer zo eng. Dus liet ik mijn kleine dierenvriend zijn gang gaan en verwonderde me over het feit dat ik een kip droeg. En dat ik mijn zoon toestond het dier te aaien. Yellow de kip. Toen we klaar waren zette ik hem terug bij het konijn. We zwaaiden nog even en hij tokte. Ik denk dat ik vandaag mijn fobie overwonnen heb.
 |
Weer veilig terug in zijn hok. Dankzij Lex en mij. |
 |
Hij is wel 2 veertjes verloren in de strijd. |